In 2005 ben ik in Sri Lanka geweest en had toen al de voordelen van een tuktuk in de gaten.Je voelt ongeveer dezelfde vrijheid als met motorrijden, alleen ben je beschermd tegen de zon en regen, je kunt minder snel (maximaal 50 km/u), maar hebt toch de beleving dat het snel gaat.
Auto’s in Sri Lanka rijden meestal ook niet sneller.
De bagage gaat achterin en er is dan nog voldoende ruimte over voor een passagier, in dit geval mijn partner.
Een vriend met zijn vrouw zijn met hun eigen tuktuk mee geweest.
De reis is samengesteld samen met Sri Holidays Travel Services, die ook leuke hotels voor ons geboekt heeft.
De maximale afstand die wij op 1 dag gereden hebben is ca. 135 km; dit was voor ons ook wel het maximum, daar we ook onderweg hebben gestopt voor een hapje en drankje of om iets te bekijken.
We hebben de reis zo samengesteld, dat we een reisdag hadden en de volgende dag een dag voor excursies of om te relaxen.
De weg vonden we via Google maps op onze tabletcomputer en telefoon.
Dit gaat perfect zolang je niet over nieuw aangelegde wegen rijdt, die er de laatste jaren veel bijgekomen zijn en/of nog steeds in aanleg zijn.
Gelukkig zijn de mensen zo vriendelijk en spreken veel Engels, dus er was altijd iemand die ons geholpen heeft.
Op internet hebben wij diverse verhalen gelezen over het niet veilige verkeer in Sri Lanka.
Dit is deels waar, ik ga hier niet motorrijden, daar dit dan te snel gaat en er nog wel eens dieren oversteken, ook rijden de buschauffeurs als gekken.
Omdat alles niet snel gaat, is alles goed controleerbaar en hebben we niet één keer het idee gehad, dat we in een gevaarlijke situatie terecht zijn gekomen.
Dit komt ook, omdat ik altijd anticipeer op het verkeer, wat normaal is wanneer je motor rijdt.
Vanuit Negombo zijn we naar Kitulgala gereden, we hebben onderweg flink moeten klimmen, maar dit is geen enkel probleem voor de tuktuk.
In Kitulgala zijn er veel mogelijkheden om te raften; je gaat met een begeleider zo’n 5 km de Kelani rivier af, met hier en daar een stroomversnelling.
Het is een leuke ervaring.
Vanaf Kitulgala zijn we richting Nuwara Eliya gereden.
Links en rechts van de weg zijn theeplantages en je hebt prachtige vergezichten.
Ook vandaag was het soms flink klimmen en dalen, best leuk om te rijden.
Nuwara Eliya is een mooi stadje met prachtige huizen in de Engelse stijl.
We hebben heerlijk gewandeld in het Victoria park met mooie bloemen.
Sri Holidays heeft een excursie naar het Horton Plains National Park geregeld.
Je wordt vroeg in de ochtend met een Tata Jeep opgehaald en naar de ingang van het park gebracht.
Hiervandaan kan je in een prachtige omgeving wandelen naar “Worlds End” en de “Bakers Falls”.
De volgende ochtend zijn we over de A5 en B44 via Bandarawela naar Ella gereden.
We hadden een hotel langs een bergweg, die zo steil was, dat de tuktuk erg veel moeite had om boven te komen.
In z’n 1 met een slakkengangetje lukte het.
In het dorpje is een aantal leuke restaurants en vanuit hier kan je een aantal tripjes maken o.a. naar de Ravanna watervallen, waar je je heerlijk kunt opfrissen onder de watervaldouche.
Ook hebben we hier een theefabriek bezocht, waar alleen groene thee gefabriceerd wordt.
Via Badulla zijn we richting Kandy gereden.
Op de weg stonden waarschuwingsborden voor overstekende wilde olifanten.
Je passeert een dam, waar elektriciteit wordt opgewekt.
Kandy is een drukke, maar wel gezellige stad; je schiet alleen niet op met rijden.
Hier heb je de mogelijkheid om de Tempel van de Tand te bezoeken en de Botanische tuin.
We hebben heerlijk geluncht in de snackbar van het Queens hotel; kost weinig, maar je proeft wel de sfeer uit de koloniale tijd.
Eenmaal Kandy uit is er een goede en niet al te drukke weg naar Dambulla.
Vandaag was ons einddoel Polonnaruwa.
We waren eigenwijs en hadden gekozen voor de kortste weg.
Alleen wisten we niet dat deze weg helemaal vernieuwd en gedeeltelijk via een nieuwe route wordt aangelegd.
Het was min of meer safari rijden over zand en gravel wegen, ook stond een groot gedeelte niet op Google maps, maar gelukkig was er altijd wel iemand te vinden die ons de weg wees.
Na een lange en spannende dag waren we blij dat we in het hotel het stof konden wegdouchen en een duik in het zwembad konden nemen.
Polonnaruwa is bekend om zijn historisch stad, die per tuktuk of per fiets te bezoeken is.
De lunch hebben we genomen in een lokaal restaurant, waar je voor slechts enkele euro’s gebruik kan maken van een curry buffet.
Vanuit Polonnaruwa is het slechts 55 km naar Sigiriya.
Hier kan je de Lion Rock beklimmen.
De volgende dag hebben we Hiriwaduna, een authentiek Sri Lankaans dorpje bezocht, waar je met een os en wagen vervoerd wordt, een boottocht maakt en een Sri Lankaanse lunch wordt gepresenteerd.
Daarna hebben we een Jeep safari in het Minneriya National park gemaakt, waar we diverse malen oog in oog kwamen te staan met olifanten. Prachtig.
Van Sigiriya zijn we via Dambulla (grot tempel) naar Kurunegala gereden, waar we in de middag heerlijk hebben gerelaxed.
De volgende ochtend hebben we de laatste 80 km afgelegd om weer in Camelot Beach hotel te Negombo aan te komen.
Conclusie:
Het is een aanrader voor iedereen die van een beetje avontuur houdt, zonder risico’s te nemen.
Het was heerlijk om de geuren van het land op te snuiven, de wind te voelen en de verbaasde lokale bevolking te zien, wanneer ze een blanke in een tuktuk zien.
We hebben echt het gevoel gehad één te zijn geweest met het land.
Volgende keer gaan we de zuid –en oostkust ontdekken.
Ad Tersteeg